Zo eind mei hebben de meeste weidevogels hun eieren uitgebroed. Dit jaar werd er in onze polders laat gemaaid vanwege de vele neerslag. Mei was een van de natste meimaanden sinds de metingen in 1901. Maandag bezochten we ons maisperceel dat omzoomd is met een raster ter bescherming tegen vossen. Ruim twee weken geleden had de loonwerker het nog braakliggende perceel bemest en ingezaaid met snijmais. Tot nu toe hadden we er 24 nesten gemarkeerd. Het uitkomst percentage was 100 % dat wil zeggen dat alle eieren waren uitgebroed. Nu zijn het bewerken en inzaaien altijd dreigende gebeurtenissen in het leven van een weidevogel pul. Het liefst zouden we er geen nieuwe nesten moeten vinden, want dat betekent dat deze kieviten hun pullen zijn verloren. Veel kuikens overleven het koele en natte weer echter niet. Om op temperatuur te blijven moeten ze nog regelmatig door één van de oudervogels bebroed ( opgewarmd) worden. Zwarte kraaien, reigers, buizerds en bruine kiekendieven hebben het op het jonge grut voorzien.
We hadden verwacht dat ons perceel goed te belopen zou zijn. Dit bleek echter niet zo te zijn. Hier en daar stonden grote plassen. Na verloop van tijd konden we 11 nieuwe legsels noteren. We hoorden nog veel gealarmeer van kieviten, een stel scholeksters en tureluur. Dat betekent dat deze vogels nog kuikens hadden. Het was weer een genot om de leeuweriken te horen zingen. Want waar hoor je tegenwoordig nog veldleeuweriken?
Waarschijnlijk gaat de loonwerker binnen een aantal weken het land tegen onkruid spuiten. Daarna kunnen we onze stokken bij de nesten ophalen, omdat er geen werkzaamheden worden verricht.
|
Op sommige plekken lagen grote plassen ( foto Sjaak ) |
|
We vonden nog een tweede leg. De kieviten hebben vanwege de nattigheid het nest wat opgehoogd met strootjes ( foto Sjaak ) |
Reacties
Een reactie posten