Het weer heeft een omslag gemaakt. Afgelopen zaterdag 13 april was het zonnig en echt lenteweer. Sinds gisteren ( 15 april ) is de wind uit het noorden gaan waaien. Met recht waaien want er staat een harde noordwestenwind. Zo nu en dan trekken er hagelbuien over het land met een klap onweer. De meeste bomen en struiken zijn uitgelopen. Half april tot in mei vind ik de mooiste periode van het jaar.
Maar nu lijkt het meer herfst dan lente.
Ondanks een week droog en zonnig weer was het polderland nog doorweekt. De grasgroei komt wat langzamer op gang in vergelijking met voorafgaande jaren. Dat heeft zo zijn voordeel voor ons weidevogelaars, die nesten opzoeken om te voorkomen dat deze tijdens werkzaamheden op het land en het inscharen van melkvee verloren gaan. En boeren gaan later in de maand mei hun eerste gras maaien. Tegen die tijd zijn dan de meeste weidevogellegsels uitgekomen.
We proberen voor zover het mogelijk is de broedende vogels vanuit de auto te observeren. Dan kunnen we de verstoring tot een minimum beperken en de nesten markeren.
Na de vondst van een nest wordt deze op een plattegrond van het land genoteerd en het aantal eieren en vogelsoort genoteerd. De nesten worden op volgorde van vinddata en desbetreffende perceel vermeld in onze administratie.
Later in de namiddag voer ik onze gegevens in op de website van de boerenvogels in Nederland. Per provincie worden daar gezamenlijk de vondstgegevens verzameld. Via google maps worden de nesten per vogelsoort op het desbetreffende perceel weergegeven.
 |
| Een kievitsnest wordt op de plattegrond en notieboekje opgeschreven ( foto Dirk ) |
 |
| Een voorbeeld van een plattegrond van verleden jaar. De wat dikkere cijfers geven de perceelnummer van het grasland aan. De overige cijfers de gevonden legsels. De overdwarse lijnen geven de greppels weer in het grasland. weidevogels hebben een voorkeur voor bepaalde percelen waar ze gaan nestelen. |
Reacties
Een reactie posten