Een weekje geleden ontdekte ik een grote gravende wesp tussen de tegels naast de muur van mijn garagebox. Deze grote wesp bleek een bijenwolf te zijn. Het is een grote wesp met gele poten en een gele bandering op het achterlijf. Het insect heeft een grote ingesnoerde kop en grote afgeplatte antennes ( voelsprieten )
De bijenwolf graaft een nest met verschillende kamers. Bijenwolven hebben het vooral op wilde en honingbijen gemunt. De bijen worden op geur herkend van andere vliegende insecten. De bij wordt tussen de achterpoten geklemd en krijgt een verlammende steek. De bijenwolf eet de door de bij verzamelde nectar in de honingmaag op. De bij raakt verlamd en wordt tussen de achterpoten geklemd naar het nest vervoerd. Daar wordt de verlamde bij door de wesp in een van de ondergronds kamers gebracht. De mannetjes vangen geen bijen maar zuigen nectar uit bloemen. De guldenroede wordt vaak door mannelijke bijenwolven bezocht.
Als er meerdere bijen in een kamer zijn gelegd wordt daar een eitje in gelegd. De uitgekomen larve eet de nog levende bijen op en als deze volgroeid is verpopt de larve zich in de kamer. Twee bijen in de kamer leveren mannetjes op. Als er meerdere verlamde bijen in de kamers zijn gelegd komen er vrouwelijke bijenwolven. De bevruchte bijenwolven overleven de winter.
|
De bijenwolf heeft een gevangen honingbij tussen de achterpoten geklemd voor de ingang van haar nest ( foto Margreet ) |
|
Een verlamde bij ligt voor de ingang van het nest. In de regel wordt de gevangen bij tussen de achterpoten geklemd naar de kamers in het nest vervoerd. ( foto Sjaak ) |
Reacties
Een reactie posten