slobeenden

 Het zijn eenden met opvallende brede snavels. Daarmee zeven ze allerlei plantaardig materiaal tijdens het slobberen uit de sloot. De woerd is opvallend gekleurd met een groene kop en wit gekleurde borst en oranje bruine flank.  Het vrouwtje lijkt, afgezien van de brede snavel, wat op het vrouwtje van de wilde eend. Nu broeden slobeenden vooral in maailang gras. De nesten zijn weliswaar moeilijk te vinden, maar als boeren zo half mei het grasland gaan maaien, worden er helaas een aantal nesten uitgemaaid. We vinden ieder jaar min of meer bij toeval slobeendennesten. De eieren van slobeenden zijn roomkleurig dit in tegenstelling tot de eieren van  wilde- kuif en krakeenden die groenig gekleurd zijn. Nu schijten slobeendvrouwtjes altijd de eieren onder als zij van het nest worden gejaagd. De stank houdt mogelijk een predator tegen om de eieren uit het nest op te vreten. We  zetten altijd twee stokjes aan beide zijden van het nest zodat de boeren om het nest kunnen maaien. Daarna laten we de eend rustig haar eieren uitbroeden. Als het vrouwtje aan het broeden is houdt het mannetje niet ver van het nest de omgeving in het oog. Dit  doet het mannetje  mogelijk om eventueel alarm te slaan. Zo half april als de eerste slobeenden in onze polders zijn aangekomen, zie je vaak verschillende woerden achter de vrouwtjes hoog boven het weiland vliegen. Meestal kunnen we tegen eind april tot in mei de eerste slobeenden nesten vinden.

slobeenden nest ( foto Dirk )

slobeenden woerd  ( foto pixabay)