Een wat late start van ons weidevogelseizoen


 De maanden februari, maart waren koel en nat. Regelmatig trokken er ware plensbuien over Noord-Holland. De temperatuur lag overdag enkele graden onder het gemiddelde. Het eerste kievitsei van ons land werd weliswaar op 11 maart gevonden in Utrecht, maar ons weidevogelgroepje gaat meestal zo tegen het einde van deze maand naar de Starnmeer en Markerpolder. Deze keer gingen we vanwege de slechte weersomstandigheden pas op 1 april beginnen. In de voorbije week joeg de ene na de andere depressie, die gepaard ging met veel regen over onze contreien.
Vanwege de vele neerslag stond het grasland bijna plas dras. Voordelig voor weidevogels en daarnaast kwam de groei van het gras langzaam op gang. Het is een stuk makkelijker zoeken als de vegetatie laag is. Je kunt gemakkelijk bijna een akker tussen de greppels overzien. Kieviten pikken allerlei strootjes in hun nesten. Daarmee lijken ze hun nesten min of meer wat op te hogen en droog te houden in een natte vochtige grasland. De eerste keer vonden we een behoorlijk aantal kievitsnesten. De eerste keer was weidevogelaar Dirk niet van de partij vanwege een stiekem opgelopen corona besmetting. Gelukkig was hij er vanwege de vaccinaties niet al te ziek. Maar helaas moest hij dit keer toch een weekje overslaan.



Ons eerste gevonden kievitsnest van dit voorjaar. Het grasland staat plas dras. De kieviten hebben hun nest met strootjes en verdorde maisstengels op gehoogd om de eieren droog te houden.

 


Reacties