Mierende spreeuwen

Spreeuw ( foto pixabay)

 In het najaar komen spreeuwen uit Noord en Oost-Europa overwinteren in ons land. De Nederlandse spreeuwen trekken voor een deel naar Groot Brittannië om daar de winter door te komen. Nu vermoed ik dat niet iedere Nederlandse spreeuw ons land verlaat. Ik zie ieder jaar een spreeuw om deze tijd van het jaar zijn nest onder de pannen bij het dakraam van onze overburen opzoeken. Zo nu en dan duikt hij onder de pannen en geeft op de rand van het raam een spreeuwenconcertje ten gehore. Nu zingen spreeuwen overigens het hele jaar door. Ook de bij ons overwinterende vogels kunnen het niet laten om een riedel te geven. De winters stellen de laatste jaren weinig voor en in mijn tuin hangen ieder jaar vetbollen en potten vogelpindakaas. En daar komen spreeuwen de winter wel mee door. Nu lijken spreeuwen steeds meer in de stad te overwinteren. Ieder jaar zie ik clubjes spreeuwen in de stad rondvliegen. Zij doen zich tegoed aan de aangeboden vetbollen en divers aangeboden vogelvoer. 
Nu landde er vorige week een clubje spreeuwen tussen mijn klimrozen en klimop. Ik vroeg mij af wat die vogels daar nu hadden te zoeken. Ze pikten iets uit de uitlopers van de klimop. En wreven vervolgens langs de vleugelranden. Bij nadere inspectie bleken er daar  nog bladluizen te zitten, die sap uit de toppen van de klimop zogen. En....... mieren zijn verzot op de honingdauw die luizen hen leveren. Het is bekend dat mieren luizen 'melken'  Ze tikken met hun kopvoelsprieten  op het achterlijf van een luis en deze laat dan een druppeltje honingdauw los, die door de mier wordt opgezogen. Mieren beschermen zelfs de luizen tegen hun vijanden onder andere de lieveheersbeestjes.
Waarom pikken spreeuwen nu die mieren op en strijken deze langs hun veren?
Mieren produceren mierenzuur. De spreeuwen pikken met hun snavel één of meerdere mieren op en brengt de mieren snel aan de onderkant van zijn slagpennen.  De opgepikte mieren laten ter verdediging mierenzuur los en daardoor worden mijten, die zich onder de veren en vleugels bevinden mogelijk gedood of verjaagd. Vanwege het uitzonderlijke zachte weer waren de mieren nog actief en druk bezig honingdauw van de in de klimop aanwezige luizen te verzamelen.