Dit voorjaar kon ons weidevogelgroepje weer samen op stap. De corona pandemie leek min of meer voorbij. Het was zeer plezierig om samen in de polders te zijn.
Het was een koude lente. Zo lenteachtig het begin maart was, zo herfstachtig is het begin april. Op de laatste dag van maart viel er in Alkmaar een pak sneeuw van 6 cm. In mijn verslag heb ik op 2 april het volgende genoteerd: ' We hebben 2 weken onstuimig weer achter de rug met regen- en hagelbuien en harde wind ' De wind bleef voortdurend uit het noorden waaien. De temperatuur in april en mei bleef ver beneden het gemiddelde. Er viel vrijwel geen neerslag in deze maanden. Zo half april kropen de eerste kievitpullen uit het ei. Het is een raadsel of deze kuikens deze de koude weersomstandigheden kunnen overleven. Toch vonden we dit jaar minder tweede legsels en zagen steeds nog alarmerende kieviten boven het land. Dit betekende dat er voor ons niet waarneembare weidevogelpullen rondscharrelden. Over het algemeen werd er laat gemaaid door onze boeren. Tegen die tijd was het merendeel voor onze gemarkeerde nesten uitgekomen. In de tweede week van juni hebben we onze laatste stokken van de maispercelen opgehaald. De nog aanwezige scholekster- en kievit nesten konden rustig worden uitgebroed, omdat er pas eind oktober de snijmais wordt geoogst. Het verzamelen van onze bamboe stokken was voor ons het einde van het weidevogelseizoen 2022
|
Op 6 maart vond Dirk ons eerste kievitsnest. |
|
Jelle noteert een nest op de plattegrond van het maisperceel |
|
Het nestje van een tureluur verscholen in een graspol |
|
De kievitpullen liggen nog in het nest |
|
Het eerste gruttonest
|
|
Een tureluurnest ligt verscholen in een graspol |
|
De twee stokken langs de slootkant markeren een nestje van een tureluur. Rechts ligt het nest van een kievit. |
|
Het eerste scholeksternest |
|
Uitbundig bloeiende echte koekoeksbloemen langs de slootkant
|
|
Een scholekster pul langs de slootkant ( foto Sjaak ) |
Reacties
Een reactie posten