Gister werd ik in onze straat verrast door een groepje kramsvogels, die uit de Zweedse meelbes vlogen. Ze laten tijdens de vlucht een geluid horen dat klinkt zoiets als tjakke... tjakke .. tjak. Blijkbaar hadden ze zich zo-even te goed gedaan aan de bessen, die deels nog aan de meelbes hingen. Zo vanaf half oktober trekken vogels vanuit het noorden door ons land. Als de winter invalt zien we een toename van het aantal overwinterende lijsters.
In vroeger tijden werden deze lijsters gevangen met strikken van paardenhaar. Er werd een beugel gespannen waar tussen enkele lijsterbessen werden opgehangen. Als de lijsters van deze lekkernij wilde snoepen raakten ze gevangen in de strik van paardenhaar. Mijn vader wist te vertellen dat het in Gaasterland ( Friesland ) toen der tijd veel werd gedaan. De lijsters werden vooral naar Frankrijk geëxporteerd. Het is eigenlijk een lugubere manier om vogels te vangen. In de eerste uitgaven van ' het Vogeljaar' uit 1904, dat geschreven is door bij vogelaars bekende naam Jac P. Thijsse , stond een stukje geschreven over deze lijstervangsten. Het werd volgens Thijsse vooral door boerenjongens gebezigd. Er stond een mooie kleurendruk in deze uitgave met o.a. lijsters en een kramsvogel, die zich had verstrikt.
De verschillende treklijsters, die we kunnen ontmoeten zijn onder andere de koperwiek, beflijster, kramsvogel. De koperwiek heeft een duidelijke wenkbrauwstreep en koperkleurige vlekken onder zijn vleugels.
Kramsvogel ( foto pixabay)
Een kleurendruk uit de eerste uitgave van het boek 'Het Vogeljaar' van JacP Thijsse uit 1904. Links boven een kramsvogel, daaronder een zanglijster en op de voorgrond een beflijster en boomklever. Rechts een goudhaantje en een kramsvogel in een strik. Rechtsonder een beugel met strik en een bosje lijsterbessen.
 |
| koperwiek ( foto Pixabay) |
Reacties
Een reactie posten