Zaterdag 14 april
Even over negen rijd ik langs de oostelijke randweg nabij Oudorp. Het is heiig over de bollenvelden hangt een grauwe sluier, die het uitzicht beperkt. Het door het KNMI beloofde zonnige en zomerse weer blijft achterwege. Het is amper een graad of tien. De bloembollenvelden in de noordelijke Schermer, beplant met narcissen en hyacinthen, beginnen op te kleuren in lichte roze, geel , paars en blauwe aquareltinten. De Canadese populieren langs het Noord Hollands Kanaal beginnen uit te lopen. Eerst verschijnen de donkerrode katjes aan de twijgen. Later zien we het bruinrode prille blad de popels sieren.
Op het toegangspad naar de boerderij bij Markenbinnen word ik verrast door zingende fitissen. Het lijkt of ze vanmorgen vrijwel tegelijk zijn aangekomen. Melancholieke wijsje klinken uit de omringende bosjes. Er vliegt een scholekster van de slootkant, maar ik heb de vogel niet goed waargenomen. Ik vraag mij af of ik hier ook mogelijk een legsel kan verwachten. Een buizerd zweeft over de Markerpolder. Geen enkele weidevogel reageert over de langzaam voortzwevende roofvogel. Het is te stil in de polder. Verder uit de polder klinkt nog een baltsvlucht van één van de laatste grutto’s in deze polder. Kieviten zijn er zo langzamerhand een zeldzaamheid geworden.Wat rest zijn wilde- , krak - kuif - en bergeenden, meerkoeten, waterhoenen, grauwe en nijlganzen. Enkel scholeksters zijn de polder trouw gebleven. Deze ochtend loop ik langs rietkragen tot ver in het Markerveld. Enkele net aangekomen rietzangers doen hun best om te laten horen dat zo ook dit jaar er weer zijn. Deze keer vind ik een waterhoen, meerkoet, wilde eenden en grauwe ganzen nesten. Nu jagen meerdere boerenzwaluwen over het grasland. Net naast een lege kuilgrasberging fladdert zomaar een nachtpauwoog rond. De scholekster die ik vanmorgen vanaf de slootkant weg zag vluchten blijkt een nest met drie eieren te hebben.
Vanmiddag is het plan om samen met Dirk het land van Klaas te bezoeken.
Als ik over het bruggetje richting provinciale weg rijd, zie ik tot mijn schrik twee zilvermeeuwen, die van nabij door een ekster en een kauwtje belangstellend worden gade geslagen, een voor mij niet zichtbaar vogelei staan leeg te pikken. Twee scholeksters proberen de grote meeuwen te verjagen. Zij zullen toch niet een scholeksterei aan het opvreten zijn? Met de naderende auto jaag ik de meeuwen van het pad. Gelukkig is het geen scholeksterei maar een groot ganzenei dat werd opgepeuzeld. Hoe kan zo’n zilvermeeuw zo'n groot ganzenei in de snavel nemen?
Bij Klaas sjokken we samen over het met trekkersporen geploegde maïsperceel. Er vliegt een schreeuwend kievitswijfje van het maïsland. Die heeft dus nog geen eieren! Verder blijken alle nesten nog aanwezig te zijn. Later staan we op de dam aan de Middelweg en observeren het weiland, maar kunnen vanwege de grauwe sluier, die over de polder hangt, geen broedende weidevogels ontdekken. Wel struinen er een stel tureluurs, een grutto en ganzen. Ook hier zijn alle gemarkeerde legsels nog compleet. Bij Spijkerboor moeten we over een plank balanceren om onze percelen te bereiken. Dit maal ontbreken de brandganzen. We missen ons bruggetje. Nu zien de weidevogels ons al van verre naderen. Normaal rijden we met de auto tot aan ons weideperceel. Van daaruit kunnen we zonder storing vanuit de auto het weiland overzien. Dus blijft er de enige remedie over simpel langs de greppels het land afzoeken. De zon is inmiddels door het grijze wolkendek gebroken. Het gras is kort. Er staat water in de greppels. Zo kunnen we in een keer een brede strook overzien. Alle kievitsnesten zijn compleet. Bij een nest , waarin vorige week drie eieren lagen, liggen nu zelfs 5 bonte kievitseieren. Dat is het tweede vijfje dat we dit jaar vinden. Het is een zeldzaamheid dat we dit voor de tweede keer aantreffen. We vinden tot onze verrassing onze eerste grutto en tureluur!
Klaas heeft bij het kunstmest strooien nog een scholekster gevonden. Dus deze wordt tot slot even
genoteerd.
Even over negen rijd ik langs de oostelijke randweg nabij Oudorp. Het is heiig over de bollenvelden hangt een grauwe sluier, die het uitzicht beperkt. Het door het KNMI beloofde zonnige en zomerse weer blijft achterwege. Het is amper een graad of tien. De bloembollenvelden in de noordelijke Schermer, beplant met narcissen en hyacinthen, beginnen op te kleuren in lichte roze, geel , paars en blauwe aquareltinten. De Canadese populieren langs het Noord Hollands Kanaal beginnen uit te lopen. Eerst verschijnen de donkerrode katjes aan de twijgen. Later zien we het bruinrode prille blad de popels sieren.
Op het toegangspad naar de boerderij bij Markenbinnen word ik verrast door zingende fitissen. Het lijkt of ze vanmorgen vrijwel tegelijk zijn aangekomen. Melancholieke wijsje klinken uit de omringende bosjes. Er vliegt een scholekster van de slootkant, maar ik heb de vogel niet goed waargenomen. Ik vraag mij af of ik hier ook mogelijk een legsel kan verwachten. Een buizerd zweeft over de Markerpolder. Geen enkele weidevogel reageert over de langzaam voortzwevende roofvogel. Het is te stil in de polder. Verder uit de polder klinkt nog een baltsvlucht van één van de laatste grutto’s in deze polder. Kieviten zijn er zo langzamerhand een zeldzaamheid geworden.Wat rest zijn wilde- , krak - kuif - en bergeenden, meerkoeten, waterhoenen, grauwe en nijlganzen. Enkel scholeksters zijn de polder trouw gebleven. Deze ochtend loop ik langs rietkragen tot ver in het Markerveld. Enkele net aangekomen rietzangers doen hun best om te laten horen dat zo ook dit jaar er weer zijn. Deze keer vind ik een waterhoen, meerkoet, wilde eenden en grauwe ganzen nesten. Nu jagen meerdere boerenzwaluwen over het grasland. Net naast een lege kuilgrasberging fladdert zomaar een nachtpauwoog rond. De scholekster die ik vanmorgen vanaf de slootkant weg zag vluchten blijkt een nest met drie eieren te hebben.
Vanmiddag is het plan om samen met Dirk het land van Klaas te bezoeken.
Als ik over het bruggetje richting provinciale weg rijd, zie ik tot mijn schrik twee zilvermeeuwen, die van nabij door een ekster en een kauwtje belangstellend worden gade geslagen, een voor mij niet zichtbaar vogelei staan leeg te pikken. Twee scholeksters proberen de grote meeuwen te verjagen. Zij zullen toch niet een scholeksterei aan het opvreten zijn? Met de naderende auto jaag ik de meeuwen van het pad. Gelukkig is het geen scholeksterei maar een groot ganzenei dat werd opgepeuzeld. Hoe kan zo’n zilvermeeuw zo'n groot ganzenei in de snavel nemen?
Bij Klaas sjokken we samen over het met trekkersporen geploegde maïsperceel. Er vliegt een schreeuwend kievitswijfje van het maïsland. Die heeft dus nog geen eieren! Verder blijken alle nesten nog aanwezig te zijn. Later staan we op de dam aan de Middelweg en observeren het weiland, maar kunnen vanwege de grauwe sluier, die over de polder hangt, geen broedende weidevogels ontdekken. Wel struinen er een stel tureluurs, een grutto en ganzen. Ook hier zijn alle gemarkeerde legsels nog compleet. Bij Spijkerboor moeten we over een plank balanceren om onze percelen te bereiken. Dit maal ontbreken de brandganzen. We missen ons bruggetje. Nu zien de weidevogels ons al van verre naderen. Normaal rijden we met de auto tot aan ons weideperceel. Van daaruit kunnen we zonder storing vanuit de auto het weiland overzien. Dus blijft er de enige remedie over simpel langs de greppels het land afzoeken. De zon is inmiddels door het grijze wolkendek gebroken. Het gras is kort. Er staat water in de greppels. Zo kunnen we in een keer een brede strook overzien. Alle kievitsnesten zijn compleet. Bij een nest , waarin vorige week drie eieren lagen, liggen nu zelfs 5 bonte kievitseieren. Dat is het tweede vijfje dat we dit jaar vinden. Het is een zeldzaamheid dat we dit voor de tweede keer aantreffen. We vinden tot onze verrassing onze eerste grutto en tureluur!
Klaas heeft bij het kunstmest strooien nog een scholekster gevonden. Dus deze wordt tot slot even
genoteerd.
Het tweede vijfje ( foto Sjaak) |
Reacties
Een reactie posten