zaterdag 27 april 2002 piepende gruttoeieren

zaterdag 27 april :

Vanmorgen omstreeks half zes word ik gewekt door een kletterende hagelbui, die de ruiten van mijn slaapkamer geselt. Het heeft de afgelopen nacht behoorlijk gespookt. Dit doet het ergste vrezen voor de vele weidevogelpullen. Menig kievitskuiken, dat één dezer dagen uit het ei kroop, zal moeite hebben om deze stortbuien te overleven.
Langs het Noord-Hollands kanaal is het jonge blad van Canadese populieren net uitgelopen. Het tere blad tovert de  nog open kronen met een oranje bruine zweem. In de bermen naast het kanaal staan scherpe boterbloemen wat schuchter te bloeien. Boterbloemen zijn giftig voor het vee, maar in hooi kan het geen kwaad en verdwijnt deze. Het waait hard en het is buiig, maar gelukkig nog steeds droog. Boven Zuid Schermer hangt een gordijn van water. Of zou het hagel zijn, die zich als donkere grijze slierten tegen het dorp aan de horizon aftekenen? Het water van het Alkmaarder meer tooit zich met woeste schuimkoppen. De klok lijkt twee maanden terug gezet te zijn en met weinig verbeeldingskracht waan ik mij gezien de koude onstuimige  weersomstandigheden in maart. De thermometer zal vandaag ternauwernood 11 graden Celcius laten zien. Als we op het toegangspad  naar de boerderij staan geparkeerd trekt er een buienzone, die gepaard gaat met hagel en regen over de Markerpolder en de Starnmeer.
Grutto’s , eenden en scholeksters lijken zich bar weinig van het miserabele weer aan te trekken. Er wordt druk gefoerageerd. Af en toe breekt er ruzie los onder de diverse paartjes scholeksters, die elkaar dan luidkeels achtervolgen met een indrukwekkende tepiet ceremonie. Vlakbij scharrelt een paartje krakeenden rond over het grasland. Een gruttopaartje verraadt haar nest door plotseling als een duvel uit een doosje achter een nonchalante toevallig overvliegende kraai aan te jagen. Om even daarna met uitgestrekte hals wat houterig en stiekem sluipend op de eieren te gaan zitten. Wat verder op het land zitten we twee prachtige slobeendwoerden waakzaam te zijn. Boerenzwaluwen, die nu volop aanwezig zijn, scheren zeer laag over het gras om schaars vliegende insecten te verschalken. Toch zingen leeuweriken later achter de boerderij boven de wind en regen uit. Een onverhoeds verschijnende bruine kiekendief doet een wolk van luid roepende  weidevogels boven de polder ontstaan. Een onoplettende slome kievit wordt door de  traag ogende roofvogel met de poten van het gras geplukt. Waarna de vogel even snel met haar prooi in de afhangende gele poten  stilletjes verdwijnt net zoals hij luttele seconden daarvoor zo heimelijk gekomen was. Tegen de middag overheersen de zonnige perioden. Als we ons aan de meegebrachte koffie verwarmen, zien we een tweetal dromerige lepelaars langs een sloot in de Starnmeer staan. Op het hoogwaterperceel treffen we een nestje grutto eieren aan waar de pullen in de gesloten eierschalen aan het piepen zijn. Zo maken de kuikens alvast contact met de oudervogels, terwijl ze nog niet uit het ei gekropen zijn. Vandaag worden er heel wat grutto nesten gevonden. Er struinen zelfs hier en daar  nog kievits pullen rond op het zojuist ingezaaide maïsland. De komende twee weken heb ik vrij. Misschien dat het weer zich wat vriendelijker zal laten zien.



Reacties