![]() |
| Het eerste kievits nestje van dit jaar ( foto Gerrit ) |
Boer Gerrit gaf een berichtje via whatsapp dat hij dinsdag 18 maart het eerste kievitsnestje van dit jaar had gevonden. Na een koude week met een wind, die uit het noordoosten waaide, is het weer omgeslagen. Het is lenteachtig en prachtig zonnig weer. Gister een tweede berichtje : Zijn zoontje van 7 had zelfs al een viertje gevonden op hetzelfde perceel als het vorige nest. Kieviten liggen graag in de buurt van elkaar. Samen worden eendrachtig meeuwen en zwarte kraaien., die regelmatig een eitje proberen te roven, verjaagd van hun landje.
Heel veel weidevogelbeschermers hebben in het verleden kievits eieren gezocht. Je mocht als je tenminste toestemming van de boeren had verkregen via een papier met naam, adres en handtekening hun weiden betreden. Je mocht aanvankelijk zoeken tot 12 april. Later werd dit vervroegd tot 6 april. Het was na 6 april verboden om nog kievitseieren te rapen.
Als we een viertje vonden, gingen we één van de eieren eerste schouwen. Je legde dan zo'n ei op je vlakke hand en liet het zinken in de sloot. Als het ei iets ging tippen ( iets omhoog kwam) dan was het ei bebroed. Dat noemde we vuile ( bebroede ) eieren, die niet werden meegenomen. Mijn vader had altijd een platte pet op zijn hoofd. Daar werden dan de gevonden eieren tegen de klep geschoven en de pet weer op zijn hoofd gezet. Hij had dan zijn handen vrij om een pols ( polstok) vast te houden om over een sloot te kunnen springen. Er werd gezocht op de vogel ( zonder verrekijker ) dat wil zeggen dat je goed oplette waar het kievits wijfje opvloog. Daar in de buurt moest je het nest zoeken. Nu maken kievit mannetjes meerdere nestkuiltjes. Een nestkuiltje wordt door het wijfje uitgekozen om haar eieren te leggen. Regelmatig worden er strootjes in de buurt van het nest in het nestkuiltje geworpen om het nest te stofferen. Met een vol legsel vloog het wijfje direct van het nest. We zeiden dan het wijfje spat van het nest. Zo dit was een beetje een taaltje dat wij als eierzoeker onderling spraken met elkaar.
Heel veel weidevogelbeschermers hebben in het verleden kievits eieren gezocht. Je mocht als je tenminste toestemming van de boeren had verkregen via een papier met naam, adres en handtekening hun weiden betreden. Je mocht aanvankelijk zoeken tot 12 april. Later werd dit vervroegd tot 6 april. Het was na 6 april verboden om nog kievitseieren te rapen.
Als we een viertje vonden, gingen we één van de eieren eerste schouwen. Je legde dan zo'n ei op je vlakke hand en liet het zinken in de sloot. Als het ei iets ging tippen ( iets omhoog kwam) dan was het ei bebroed. Dat noemde we vuile ( bebroede ) eieren, die niet werden meegenomen. Mijn vader had altijd een platte pet op zijn hoofd. Daar werden dan de gevonden eieren tegen de klep geschoven en de pet weer op zijn hoofd gezet. Hij had dan zijn handen vrij om een pols ( polstok) vast te houden om over een sloot te kunnen springen. Er werd gezocht op de vogel ( zonder verrekijker ) dat wil zeggen dat je goed oplette waar het kievits wijfje opvloog. Daar in de buurt moest je het nest zoeken. Nu maken kievit mannetjes meerdere nestkuiltjes. Een nestkuiltje wordt door het wijfje uitgekozen om haar eieren te leggen. Regelmatig worden er strootjes in de buurt van het nest in het nestkuiltje geworpen om het nest te stofferen. Met een vol legsel vloog het wijfje direct van het nest. We zeiden dan het wijfje spat van het nest. Zo dit was een beetje een taaltje dat wij als eierzoeker onderling spraken met elkaar.
![]() |
| Een voltallig legsel ( foto Gerrit ) |


Reacties
Een reactie posten