Maart roert zijn staart. Tot nu toe maakt deze maand de zegswijze waar. Het is wisselvallig weer. Er trekken regelmatig maartse buien over het land. Maar vandaag 23 maart is het fris een graad of tien en zo nu en dan breekt de zon door het wolkendek. Bij onze eerste stop aan de Middelweg in de Starnmeer vinden we een aantal kievitsnesten. We hebben de indruk dat er vorig jaar meer paartjes op dit grasland aanwezig waren. Het uitkomstpercentage was toen 100 %, maar we weten niet hoeveel kievitpullen het hebben overleefd. Twee jaar terug was dit grasland ingezaaid met mais. Kieviten nestelen graag op de in het voorjaar braakliggende maispercelen. In de regel loopt het aantal paren na verloop terug als het met gras wordt ingezaaid. Het raaigras groeit snel en is daardoor niet aantrekkelijk voor weidevogels. Je zou verwachten dat als kieviten eenmaal met succes op het omgezette maisland hebben gebroed het volgend voorjaar dit perceel weer zouden opzoeken. Nu was verleden jaar het een extreem nat voorjaar. Vanwege het doorweekte land groeide het gras langzaam. Dit was in het voordeel van de kievitpopulatie. Verleden jaar werden er over het algemeen meer kievitlegsels gevonden dan voorafgaande jaren.
Eén van de eerste kievitsnesten ( foto Dirk ) |
Reacties
Een reactie posten