Zo eind maart enkele weken na de vondst van het eerste kievitsei gaan we steevast de polder in naar onze weidevogelboeren. Dit jaar gaat het anders dan in voorafgaande jaren vanwege de uitbraak van het coronavirus. Het is sinds 34 jaar dat we slechts in ons eentje markeringsstokken bij weidevogelnesten kunnen plaatsen. Zorgvuldigheid is een must om het virus, dat we eventueel zouden hebben opgelopen, niet te verspreiden. Gelukkig zijn Jelle en Dirk nog gezond en is er geen sprake van een opgelopen virus infectie.
Gister op de eerste lentedag ben ik dus alleen opstap gegaan.. Het was officieel de eerste lentedag, maar er waaide een zeer koude wind uit de oosthoek. De thermometer in de auto gaf om half 9 een buitentemperatuur van amper 3 graden aan! Het zou deze dag niet warmer dan 8 graden Celsius worden.
In de Markerpolder en de Starnmeer zijn de kieviten slechts op maispercelen te vinden. En dit keer kon ik er onze eerste kievitsnesten van ons weidevogeljaar 2020 markeren. Het is en blijft een feest om de eerste legsels te vinden. Nu maar hopen dat deze worden uitgebroed voordat de werkzaamheden zoals bemesten en inzaaien van de snijmais beginnen. Loonwerkers zorgen er echter ook voor dat deze nesten tijdens hun werkzaamheden gespaard blijven, maar het bewerken van de grond trekt altijd veel kraaien en meeuwen aan, die weidevogeleieren op peuzelen.
De eerste vinder van ons eerste kievitsnest poseert bij dit legsel. Ik kan echter geen selfie van mijzelf en het nest maken.
|
Mijn eerste kievitsnest van dit jaar ( foto Sjaak )
|
|
Het eerste voltallig legsel. Rechtsboven staat het regenwater in het bandenspoor van de trekker. ( foto Sjaak ) |
|
Een tweede viertje ( foto Sjaak ) |
Reacties
Een reactie posten