Vanwege het coronavirus moet ik alleen weidevogelnesten opzoeken. De laatste week waait er een koude droge oostenwind. Het land begint inmiddels behoorlijk op te drogen. Op stukken land, die een week geleden bijna plas dras stonden, is het regenwater uit de greppels en zijn plassen verdwenen. Kieviten zijn vrijwel alleen op maispercelen te vinden. Het gras op het aangrenzend weiland is de hele winter doorgegroeid en niet meer naar de zin van kieviten. Die nestelen het liefst op drassig land met korte vegetatie. Een week geleden liet ik mij wat somber uit over ons natuurland nabij Spijkerboor. Vrijdag 27 maart waren er twee stel kieviten, een paartje tureluurs en drie paartjes grutto's aanwezig. Nu maar hopen dat de gesignaleerde weidevogels deze keer ook op ons landje gaan nestelen. Verder op de achterliggende percelen bivakkeerden een groep van naar schatting 300 brandganzen. Opeens ging de bende ganzen op de wieken. Het was een indrukwekkend schouwspel. Deze ganzenzwerm landde even verder op het grasland in het Jisperveld. De grutto mannen waren aan het bakkeleien. Er werd aan vleugels getrokken en naar elkaar gescholden. Tot mijn verrassing ontdekte ik een vissende lepelaar in een van de perceelslootjes.
En plotseling kwam een grote zilverwitte reiger aanvliegen. De reiger landde wat verder op het land. Zilverreigers zijn zo langzamerhand geen zeldzame verschijningen. Je ziet bijna meer zilver dan blauwe reigers.
|
Een door het gras lopende lepelaar ( foto pixabay) |
|
Grauwe gans en zilverreiger ( foto pixabay) |
Reacties
Een reactie posten