Er waait voor de tweede week een harde noordoostenwind, die een koude lucht uit Siberië aanvoert. In de Oudorperhout is mijn grutto vertrokken. Kicviten scharrelen over het weiland. Heel veel grauwe ganzen, die in paren het schaarse gras opvreten. Tot mijn verbazing ontdek ik naast de vele krakeenden, een slobeendewoerd drijvend in een wind wak in de brede tocht. Het voorjaar is letterlijk en figuurlijk even in de ijskast gezet.
Reacties
Een reactie posten